Al vanaf jongs af aan heb ik iets met de horeca. Zo liep ik vroeger op verjaardagen rond met een notitieboekje, een pen en een schort voor om de drankjes van familieleden op te nemen. Mijn beide ouders hebben de middelbare hotelschool gevolgd in Groningen en hebben elkaar zo leren kennen. Het is er met de paplepel ingegoten. Toen we klein waren gingen we in het weekend wel eens koekjes bakken en mochten we een beetje van het deeg snoepen (wie heeft het niet gedaan?) en naarmate ik ouder werd begon ik kookboeken door te snuffelen en mocht ik zelf ook meehelpen met het koken. Mijn ouders betrokken ons altijd erg bij huishoudelijke taken, maar koken was daarvan toch wel het leukste.

Excuus voor de ouderwetse kwaliteit, maar deze kon niet achterblijven natuurlijk. Mijn ‘bedieningsoutfit’ op verjaardagen haha!

Tijdens mijn middelbare schooltijd op het VWO kwam ik er al snel achter dat het niks voor mij was. Waarop ik uiteindelijk pas in het vierde jaar ben uitgestroomd en ben begonnen aan de middelbare hotelschool in Zwolle. Toentertijd was dit voor mij best een heftige beslissing, maar ik heb er geen enkel moment spijt van gehad.

In dezelfde tuin genomen, maar dan 7 jaar later, mijn eerste tenue de ville pak (toen ik de moderne tenue de ville outfit nog niet kende..)

De horeca is mijn passie en in het eerste jaar van de MHS viel alles op zijn plek. Ik moest in het begin wennen aan het feit dat ik weer moest studeren, omdat ik op het VWO mijn motivatie al was kwijtgeraakt. Al snel kwam ik erachter dat ik het allemaal reuze interessant vond en ik leek te wennen aan de lange schooldagen. Ik heb gedurende mijn schoolcarrière ontzettend veel geleerd over snijtechnieken, herkomst van producten, boekhouding en de praktijkkant van het vak. Mijn eerste echte job was bij Brasserie Jansen in de binnenstad van Zwolle. Een prachtig bedrijf en toen nog redelijk nieuw, inmiddels bestaat het alweer vijf jaar. Hier heb ik alle basis geleerd van het vak. Ik heb het er ontzettend leuk gehad, de lange dagen vlogen voorbij dankzij de leuke collega’s en de sfeer was er altijd knus. Bij binnenkomst voelt het nog steeds als een soort van thuiskomen, de plek waar het allemaal begon. Ik heb hier geleerd hoe fijn het is als de gast tevreden weggaat en hoe leuk het is om complimenten te krijgen over de uitstraling, het eten of het leuke personeel.

Ik voelde me altijd erg voldaan na een dag werken en fietste als een blij ei richting huis en dat is een stukje passie. Passie voor de horeca die ik met me meedraag. Ik adoreer de stoere barmannen en vrouwen die enorm goed zijn in bestellingen onthouden en multitasken. (drie cola, een sinas, twee cappuccino en een droge witte, komt er aan!). Ik heb respect voor de dames en heren die de hele dag met plateaus af en aan lopen, hete borden zonder te klagen aanpakken en ook nog eens oog hebben voor die meneer in de hoek. Om maar niet te spreken van de koks die zelfs bij 30 graden Celsius buiten in een snikhete keuken staan. In de weer met hete pannen, 5 of 6 tegelijk en dat eist perfecte timing. Maar ook de afwassers mogen niet vergeten worden, stapels borden en meters pannen worden in minuten weggewerkt en vervolgens wordt alles terug gesjouwd naar de plek waar het hoort. De horeca is onwijs hard werken en het is zeker niet voor mietjes. Maar hoe goed voelt het als je die skills beheerst en de gasten kan verrassen! Een echte horecatijger laat zich niet snel van zijn stuk brengen en blijft al-tijd lachen. Welgemeend, want die neppe glimlach pikken we er zo uit.

Ik houd ervan om de gast blij te maken, een vriendelijke glimlach bij ontvangst, het herkennen van een gast die er al eerder is geweest en het serveren van de bestelde drankjes op de juiste temperatuur. (Dat wil zeggen de warme dranken ook echt warm en de gekoelde dranken koud). Maar ook achter de receptie voel ik me op mijn plek, de gasten nét dat beetje extra geven door mee te lopen naar de kamer, of wat tips geven over wat er te doen is in de binnenstad. ‘Meneer, ik zie dat u de deur uit gaat terwijl het regent, wilt u wellicht een paraplu mee?’. De meneer kijkt verrast op en neemt het aanbod graag aan. Met een tevreden glimlach zegt hij gedag en loopt de deur uit. Dát, is mijn passie.

We zijn dienstverlenend en geven gasten nét dat beetje extra. Als gast wil je in de watten gelegd worden en het liefst nog verrast worden. Daar doe ik graag mijn uiterste best voor.

Ik ga het liefst iedere dag uit eten. De voorpret die ik heb is altijd enorm groot. Van tevoren trek ik mooie kleren aan en ik zorg dat ik er mooi uitzie en soms kijk ik stiekem alvast op de website om uit te zoeken wat ik ga eten. Je stapt het bedrijf binnen, wordt naar je tafel gebracht (of je zoekt zelf een plekje uit) en dan begint het genieten. Ik kan uren kijken naar de gasten om me heen, maar ook naar de bediening. Ik hou van observeren en waar kan je dat beter doen dan in het restaurant? Je hebt onwijs veel keuze en je hoeft het niet eens zelf klaar te maken. Overal om me heen hoor ik gezellig geklets, gelach en af en toe serieus gesprek. Het ruikt lekker naar eten, de bediening is hard aan het werk en ik …. geniet.

Schortje voor en lekker prutsen!
Op deze avond maakte ik ook mijn allereerste Haagse Bluf waar ik supertrots op was, met bessensaus natuurlijk!

Ik ben heel erg benieuwd of jullie dit soort dingen vroeger ook deden, let me know!

Liefs,

Suus

1 Comment

  1. Kari 22 april 2017 at 17:21

    Super leuk om te lezen suus 🙂
    Klinkt erg herkenbaar !!

    Reply

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *